Klopt het dat hoogbegaafde kinderen meestal asociaal zijn?

Net als bij andere kinderen verschilt sociaal of niet sociaal zijn van mens tot mens.  Hoogbegaafde kinderen lijken gewoon vaker asociaal omdat ze geïnteresseerd zijn in andere thema’s en zich vaak veel meer zorgen maken dan hun leeftijdsgenootjes. Bovendien vertellen ze grapjes die leeftijdsgenootjes vaak niet begrijpen. Als dit uitmondt in een isolement krijgen ze dikwijls onterecht de opmerking dat ze heel asociaal zijn en wordt soms ook al aan autisme gedacht … Langs de andere kant zien we ook hoogbegaafde kinderen die net heel sociaal zijn en zowel met jongere als oudere kinderen een praatje gaan slaan en de gangmaker zijn op ieder feestje.

Een getuigenis: Terwijl andere kinderen vooral ravotten tijdens de zomervakantie heeft de zevenjarige Laura 3 boeken gelezen, heeft ze het dinomuseum in Brussel bezocht en is ze op technologiekamp geweest.  Het zijn misschien wel wat atypische activiteiten voor haar leeftijd toch is dat volgens de ouders niet de reden waarom Laura soms asociaal lijkt.  Laura ziet veel sneller gevaar dan andere kinderen. Zo wilde ze vroeger nooit op een springkasteel, zeker niet als er andere kindjes op zaten.  Het kwam steeds over alsof ze niet wilde meedoen met de groep maar ze voelde zich gewoon onveilig en schatte de situatie als onveilig in.  Leerkrachten reageren in dergelijke situaties dan ook vaak verkeerd.  Zo had Laura in het tweede kleuterklasje 2 goede vriendinnetjes en van de rest van de kinderen sloot ze zich af.  De juf begreep het niet en wilde haar stimuleren om met de andere kinderen in de klas te spelen.  Ze kreeg stickertjes op haar handjes gekleefd als beloning dat ze met andere kindjes ook speelde.  Maar dat had voor Laura een tegenovergesteld effect en ze vertrouwde haar juf niet meer.