Opinie-artikel in Knack ‘We hebben in ons onderwijs nood aan meer flexibiliteit om intellectueel talent te ontwikkelen’

Opinie-artikel in Knack ‘We hebben in ons onderwijs nood aan meer flexibiliteit om intellectueel talent te ontwikkelen’

Professoren Kathleen Venderickx en Tessa Kieboom beklemtonen de nood aan flexibiliteit in ons onderwijs naar aanleiding van de achtjarige Laurent Simons die zijn diploma van het middelbare onderwijs behaalde op amper anderhalf jaar. ‘Vandaag hebben nog te weinig middelbare scholen de durf om met hoogbegaafde kinderen aan de slag te gaan.’

De achtjarige Laurent die nu al zijn middelbare schooldiploma op zak heeft, is een voorbeeld van wat motivatie met een hoogbegaafd kind kan doen. Hij laat zien waar hoogbegaafde kinderen vaak al op zeer jonge leeftijd toe in staat zijn en dit niet alleen op school. Zijn tijdelijke medewerking als wetenschappelijk medewerker aan cardiologisch onderzoek vorig jaar in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam komt er nog boven op.

Het is jammer dat Laurent een uitzondering op de regel is en dat het stimuleren van een uitgesproken intelligentie vandaag vaak een negatieve bijklank heeft. Dit heeft het spijtige gevolg dat de ontwikkeling van denken op zijn beloop wordt gelaten en te sterk wordt afgeremd.

We hebben in ons onderwijs nood aan veel meer flexibiliteit om intellectueel talent te ontwikkelen en de motivatie van kinderen hoog te houden. Hoogbegaafde leerlingen hebben een grote leerhonger en motivatie voor wat hen interesseert. Deze leerhonger moeten we stimuleren, aanwakkeren en voeden. Te vaak worden zij echter belemmerd in hun enthousiasme om te leren door de traagheid van het opgelegde tempo.

Als we creatief omgaan met de mogelijkheden van ons middelbaar onderwijs zijn er oplossingen legio, maar vandaag hebben nog te weinig middelbare scholen de durf om met hoogbegaafde kinderen aan de slag te gaan. Angst voor precedenten en een foute afloop nemen de bovenhand. Directies, ouders en leerkrachten houden zich vast aan het klassieke patroon en zijn vaak te conservatief.

Waarom zouden we een hoogbegaafde leerling niet de kans bieden om naast zijn bestaand curriculum één of meerdere vakken te volgen in een andere dan de eigen gekozen studierichting? Waarom zouden we hem of haar niet de mogelijkheid geven om tijdens de middelbare schoolopleiding vakken te volgen aan de universiteit, en dit niet alleen voor laatstejaars zoals nu het geval is? Waarom kan een hoogbegaafde leerling niet sneller examens afleggen om de op die manier vrijgekomen lestijd in te vullen met andere kennisdomeinen? Waarom kan er geen tijd worden vrijgemaakt door versneld door het curriculum te gaan om ook in een ASO-richting bijvoorbeeld aan topsport te kunnen doen?

En waarom denken we niet nog meer out of the box? Denken we werkelijk dat alleen Laurent op zo’n jonge leeftijd in staat is om mee te draaien in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam? De motivatie die vele hoogbegaafde leerlingen hebben voor maatschappelijke vraagstukken, politieke kwesties, economische aspecten van bedrijfsvoering en meer zijn onnoemelijk groot en vaak al op zeer jonge leeftijd aanwezig. Een halve dag per week zeer droge en vooral trage lessen vervangen door dergelijke uitdagingen en hen de kans bieden om mee te draaien in bedrijven, onderzoeksinstellingen of de politiek, zou de goesting om te leren voor menig hoogbegaafde leerling doen toenemen. We zouden daarnaast ook wel eens versteld kunnen staan van hun bijdrage aan onze kenniseconomie.

Deze achtjarige bewijst dat out of the box denken niet langer meer als onhaalbaar moet worden weggezet. Flexibele leertrajecten op maat van ieder kind zijn vandaag mogelijk, maar te veel middelbare scholen staan hier weigerachtig tegenover en bedenken allerlei excuses om alles bij het oude te laten. Zouden we niet beter met man en macht aan de slag gaan om te vermijden dat voortaan elk hoogbegaafd kind van acht een spreidstand moet maken tussen zijn intelligentie en zijn sociaal-emotionele ontwikkeling zoals nu het geval was?